Zet altijd motor en pomp uit als je de instellingen van de klep wil wijzigen.
- Filter in werking stellen: plaats de keuzehendel in de “filter”-stand. Dit is de stand voor een normale werking van de pomp en waar deze ook 99% van de tijd zal instaan.
- “Filter reinigen” of "backwash": wanneer de filter 5 psi (= 0.35 bar) boven de begindruk zit, of wanneer de waterstroom aanzienlijk verminderd is, moet de filter “gebackwashed” worden om de tank schoon te maken. Zet de motor van de pomp uit. Plaats de keuzehendel in “backwash”-stand. Zorg ervoor dat de “waste”-afvoer niet gericht is op de motor van de pomp. Reinig de filter hoogstens 2 minuten (tot het water helder is). Reinig niet langer dan nodig. Schakel de motor uit en zet de klep in “filter”-stand.
- “Vuil water” of "Waste": in deze stand wordt water afgevoerd, maar het gaat niet door de filter. Dit wordt vooral gebruikt om een grote hoeveelheid vuil uit het zwembad te zuigen (vb. met reinigingsapparatuur). Het kan ook gebruikt worden om het waterpeil van het zwembad te verlagen of om het zwembad te laten leeglopen. Zet de keuzehendel op “waste”.
- “Recirculatie”: in deze stand wordt geen gebruik gemaakt van de filter; het water wordt ongefilterd terug naar het zwembad gevoerd. Dit wordt vooral gedaan bij ingebruikname van het zwembad of wanneer chemische producten aan het water toegevoegd worden.
- “Spoelen” of "Rinse": in deze stand stroomt het water door de filter, maar het wordt afgevoerd via de afvaluitlaat. Deze stand wordt vooral gebruikt, wanneer nieuw zand in de filter gedaan wordt, of na het backwashen.